Jij ziet alles in één keer
Beelddenkers denken in beelden en gebeurtenissen. Niet in woorden en begrippen. Je ziet dus geen woorden voor je in gedachten, maar het beeld zelf. Bij het horen van het woord `boom` zie je die boom voor je, en niet het woord BOOM.
Beelddenkers kunnen ook snel denken. De beelden flitsen door je hoofd. Als de meester of juf iets uitlegt in taal, dwalen jouw gedachten heel snel af, omdat het ene beeld het andere beeld oproept. Voor je het weet, ben je in gedachten heel ergens anders. Je gedachten gaan veel sneller dan dat je kunt spreken. Daarom sla je vaak stukken over als je iets vertelt en begrijpen anderen je niet altijd goed.
Beelddenkers denken ook ruimtelijk. Dat wil zeggen dat je de dingen in je hoofd in 3D voor je kunt zien en dat je die beelden ook kunt draaien. Je kunt in gedachten zelfs door ruimtes lopen. Op school is dat best lastig. Want bij het horen van het woord stoel, zie je de stoel voor je. Of die nu op zijn kop staat, of achterstevoren: het blijft een stoel. Maar op school is de b opeens een d als je die omdraait. En op zijn kop is het zelfs een p!
Beelddenkers willen graag weten waarom je iets moet doen of leren. Je wilt eerst het geheel zien, voordat je je richt op de details. Je gaat toch geen puzzel maken als je niet gezien hebt wat het moet worden?
Leren kun je leren
Gelukkig zijn er ontzettend veel tips die je kunnen helpen met het leren op school. Je bent niet dom, je leert gewoon anders. Er zijn al best veel boeken over beelddenken, ook speciaal voor jou. En leren kun je leren. Neem maar eens een kijkje op deze website.